Daarom staat het vrouwenwielrennen in Nederland heel wat verder dan in België

In Nederland staat men heel wat verder bij het vrouwenwielrennen. "Voor meisjes die willen fietsen, heb je bij ons precies dezelfde structuren als voor jongens", opent Nederlands bondscoach Thorwald Veneberg in HNB. "Specifieke meisjesclubs zelfs, waar enthousiaste vaders voor de begeleiding zorgen. We halen ook veel talent uit het schaatsen. Meisjes die 's zomers met de fiets trainen en zo de sport ontdekken."

'Kleine vijver'

Bij België blijft het aantal meisjes dat koerst erg beperkt. "De vijver waaruit we moeten vissen, is bijzonder klein", aldus directeur van de wielerbond Jos Smets. "Op het BK voor nieuwelingen stond een peloton van 36 meisjes aan de start. We willen wel meer meisjeskoersen organiseren, maar daar moeten wel deelnemers voor zijn. Het blijft o zo moeilijk om meisjes competitief aan het fietsen te krijgen."

En voormalig renster Marijn de Vries ziet nog een verschil. "Als je nu in Nederland begint met fietsen, moet je gelijk tegen de wereldtop aan de slag", vult de Vries aan. "Die geweldige generatie vrouwen in Nederland heeft elkaar gewoon sterker gemaakt. In België lijkt het omgekeerde te spelen: als enige meisje in een team van jongens, altijd in je eentje in de kleedkamer, dat houd je nooit vol."