David van der Poel neemt landgenoot als voorbeeld én: "Bij de junioren klopte ik Laurens Sweeck en Michael Vanthourenhout altijd"

David van der Poel zit naar eigen zeggen nog zeker niet aan zijn top. "Ik denk dat er nog redelijk wat rek in mijn mogelijkheden zit. Ik verwacht van mezelf - en ik denk ook dat het redelijk realistisch is - dat ik elke week voor een top 5-notering moet kunnen meedoen. Bij de junioren reed ik ook tegen jongens als Laurens Sweeck, Michael Vanthourenhout, Tim Merlier en noem ze allemaal maar op. Die klopte ik toen altijd."

De oudste van der Poel had sowieso een achterstand op zijn leeftijdsgenoten. "Terwijl ik pas op mijn 16e of 17e serieus ben begonnen met crossen. Misschien is dat ook een beetje de reden dat ik nog niet volledig tot wasdom kom. Maar anderzijds is het ook al weer bijna 10 jaar geleden. Daar hoef ik me dus ook niet meer achter te verstoppen. Het is alleen wel een feit dat ik iets trager gegroeid ben en niet elk jaar super indrukwekkende stappen zet."

Een goed voorbeeld voor David is zijn landgenoot Corné van Kessel. "Het is mooi om te zien dat ik door te blijven werken en door in mezelf te blijven geloven, ik weer een stapje kon zetten. Het is nog altijd mijn doel om iets constanter te presteren. Daarbij neem ik de Corné van dit jaar als voorbeeld."

"Op zijn goede dagen rijdt hij mee voor het podium. Is hij iets minder, dan eindigt hij vaak alsnog bij de eerste acht. Dat zou ik volgend jaar ook graag meer willen doen. En ik heb er vertrouwen in dat - wanneer ik geen heel gekke dingen ga doen - ik elk jaar kan blijven groeien", besluit van der Poel.