Medaillehoop Degrendele ziet het zitten: "Wie bang is, wint nooit"

“Ik hou van snelheid en durf. Wie bang is, wint nooit. Vooral in de keirin moet je de koers ook goed kunnen lezen. En durven de ruimte induiken waar niemand anders dat zou doen. Zalig", aldus Degrendele in Het Nieuwsblad.

Ze mikt op de Olympische Spelen in Tokio. “Daar wil ik een medaille pakken. Het kan in de sprint, maar in de keirin is er meer kans. Ja, je moet een waaghals zijn. Het is de meest spectaculaire discipline. Het publiek weet dat er een kans is op valpartijen. Maar ik ben nog nooit gecrasht. Houden zo.”

Geen wegambities

De weg zegt haar niets. Het liep er immers mis na die bronzen plak in Hongkong. "Ze beslisten om mij anderhalve maand op de weg te laten trainen, om uithouding te kweken. Zo wilden mijn coaches een goede basis leggen voor het WK. Ik deed heel lange trainingen op de weg, ook bergop. Maar daar ben ik heel veel van mijn snelheid kwijtgeraakt. Het EK was een ramp. Gelukkig ligt de focus nu weer op snelheid. Met bondscoach Peter Pieters trainde ik deze winter uren in Gent. In mijn eentje. Dat moet nu zijn vruchten afwerpen.”