Belgische debutanten over de Alpen: "Nog nooit zo kapot" en "Enige wat ik nog wilde was rust"
Volg Wielerkrant nu via WhatsApp!
De bergritten in de Tour: voor niet-klimmers is het de hel. Dat is de voorbije dagen wel gebleken. Er zitten ook een aantal Belgische Tourdebutanten in die categorie. Twee van hen hielden een Alpenboekje bij over de laatste drie dagen.
Tim Declercq van Quick-Step en Jasper De Buyst van Lotto hebben kunnen ondervinden dat klimmen niet hun ding is. "Toen ik op de Croix Fry bidons ging ophalen en de gelosten één voor één voorbij reed, riep ik tegen Yves Lampaert: 'Ik ben klimmer geworden.' De waan van het moment. 'De nieuwe Froome' noemt Tom Steels me grappend. Daarvoor zal ik wel ettelijke kilo's moeten kwijtspelen", komt Declercq met een leuke anekdote.
Ook De Buyst stuitte op zijn limieten. "De pijn op een col is anders dan op de kasseien: het blijft duren, het is 'lang' afzien. Op de Franse bergen staat elke kilometer een bordje met het stijgingspercentage van de volgende kilometer. Op den duur is het enige wat je nog ziet die bordjes."
IEDER VOOR ZICH
De rit naar Alpe d'Huez spande wel de kroon. "Nog nooit in mijn leven zo kapot geweest. Blij en opgelucht dat ik het gehaald heb", laat Declercq weten. "Op Alpe d'Huez was het ieder voor zich", zag De Buyst. "A bloc naar boven. Het enige wat ik na de finish nog wilde was rust",
Schrijf je nu in voor de Wielerkrant nieuwsbrief