Een analyse: wat maakt van Koppenbergcross het perfecte terrein om spektakel te brengen?
Foto: © photonews
Volg Wielerkrant nu via WhatsApp!
Wie op Allerheiligen naar de Koppenbergcross heeft gekeken, heeft het zich niet beklaagd. Zowel bij de vrouwen als bij de mannen bleef het boeien tot het einde. Het stond in schril contrast met andere eentonige veldritten die we al te zien kregen.
En het is niet toevallig dat we net in deze veldrit spektakel kregen, want het parcours leent zich er toch een beetje toe. Het weer kan dan ook wat meehelpen. Ten eerste ligt er hier en daar wel een tricky bochtje. Niets dat profrenners-en rensters niet aankunnen, maar het lag toch al wat gladder dan de voorbije zeer droge crossen.
Niet dat een beetje regen ineens voor een modderpoel gaat zorgen, maar het maakt de kans op een slippertje toch al wat groter. Het beste voorbeeld is wat we intussen de Van de Steene-bocht noemen. Door een incidentje kregen we geen hele lange solo van de sterkste vrouw in koers te zien. De uiteindelijke winnares moest eerst achtervolgen om nadien weg te knallen.
GEEN RECHTLIJNIGE STUKKEN
Zo liggen er hier en daar nog wel halve hindernissen die voor leuke ontwikkelingen kunnen zorgen. Dalende of vlakke stukken zijn niet echt rechtlijnig. Meerdere stukken liggen er hobbelig bij en eisen de opperste concentratie van de deelnemers. Zo is er dat hellinkje waar je op de fiets wel kan over geraken, maar dat laatste stukje is toch o zo moeilijk zonder duwtje van een toeschouwer.
MINDER TECHNIEK VEREIST
Zeker bij de mannen komt de verhoogde spektakelwaarde niet helemaal uit de lucht gevallen. De offday voor Mathieu van der Poel was niet te voorspellen, maar hij kan er in elk geval zijn surplus aan techniek niet aanspreken. Als je één van de kwaliteiten wegneemt bij iemand die er zo bovenuit steekt, wordt de kans op nivellering al groter.
Tenslotte is er de aankomst boven op de Koppenberg. De klim biedt de gelegenheid om eens goed door te trekken aan iedereen die goed bergop kan rijden. In de loop van de koers gaat iedereen toch proberen om nog wat over te houden, want ze weten wat er nog komt. Gevolg: de sterkste renner of renster komt aan het einde van de cross altijd naar voren, maar moet er wel voor werken.
Schrijf je nu in voor de Wielerkrant nieuwsbrief