Waarom een World Tour voor vrouwen een goede zaak is (en een voorbeeld voor andere sporten)
Foto: © photonews
Volg Wielerkrant nu via Instagram!
Vanaf 2020 zal er ook een World Tour zijn voor vrouwen. Misschien dat het niet meteen een grote ommezwaai zal betekenen, maar het is toch een nieuwe goede stap waar andere sporten nog iets kunnen van leren.
Na de gelijkschakeling van het prijzengeld in onder meer het tennis is nu ook het wielrennen helemaal aan het omturnen. De UCI zet vol in op het vrouwenwielrennen en het vrouwenveldrijden. Vanaf 2020 komt er in het veld een WK voor junioren, op de weg krijgen de vrouwen een World Tour.
Kleinere sponsors sprongen al op de kar, zowel in het veldrijden als in het wegwielrennen is het prijzengeld de voorbije jaren ook al flink opgetrokken. Nu komt er dus gelijkheid, althans: vanaf 2022 moet het minimumloon hetzelfde zijn als dat van pro-continentale teams bij de mannen: 27.500 euro.
Minimumloon & televisie
Dat is een eerste nieuwe stap in de goede richting. Bepaalde teams zullen het moeilijk hebben om in te stappen in de World Tour, maar op termijn moet het voor een extra rush in de professionalisering zorgen voor het vrouwenwielrennen.
Het belangrijkste is misschien dat de grote koersen uit de World Tour een verplichte live-uitzending zullen moeten voorzien. De voorbije jaren was live-televisie al een serieuze stap voorwaarts in de aanvaarding van de sport.
Enkele koersen zorgden voor bijzonder leuke beelden en als die trend de komende jaren kan worden verdergezet, zal het vrouwenwielrennen zowel langs het parcours als op televisie steeds meer fans kunnen genereren.
Dat kan een nieuwe stap zijn in de aanwerving van grote(re) sponsors en zo de poel van profwielrensters vergroten, waardoor ook de World Tour an sich steeds sterker zal worden in de breedte. Dat is dé toekomst van het wielrennen.
Schrijf je nu in voor de Wielerkrant nieuwsbrief