Na het recordseizoen: Deceuninck-Quick.Step moet het straks toch op iets andere manier doen

Vragend naar de zege waar ze het meest trots op zijn, zal vaak het WK ploegentijdrijden naar voren komen. Iedereen die hieraan meedeed, heeft er natuurlijk zijn verdienste in. Al moet het aandeel van Niki Terpstra en Maximilian Schachmann, twee renners die vertrokken naar een andere ploeg, zeker niet onderschat worden.

Het zijn wellicht de uitgaande transfers die het zwaarst kunnen doorwegen. Het vertrek van Terpstra geeft het voorjaar toch een ander beeld, want het betekent een ervaren kopstuk minder. In 2018 was het overwicht van Quick.Step zo groot dat het voor de anderen vaak zaak was om al vroeg, zeg maar op vijftig kilometer van de finish, al weg te zijn.

DECISION-MAKING CRUCIAAL

Anders kwamen ze in de finale in een onmogelijke situatie tegen een overtal van Quick.Step te zitten. Met Terpstra weg is er toch een renner weg die het kan afronden. Mogelijk kan de concurrentie zich hierdoor meer roeren tot diep in de finale. Wat betekent dat het nemen van beslissingen een tikkeltje moeilijker zal worden en een aantal renners simpelweg nog een tandje moeten bijsteken.

Dan denken we bijvoorbeeld aan Philippe Gilbert, die dit jaar behoorlijk lang moest wachten op een individuele zege. Nog eens uitpakken in een echt grote koers, daar voelt 'Phil' zich wel toe geroepen. Yves Lampaert is lang kunnen meegroeien in de schaduw van anderen en de Belgische driekleur zal de druk om te winnen nog doen toenemen.

JAAR VAN DE WAARHEID VOOR STYBAR

Iemand als Stybar kende een indrukwekkende intrede in het wegpeloton, maar nu mag het stilletjes aan toch weer wat meer worden. Het was de laatste jaren al te vaak net niet voor de Tsjech. Nochtans heeft hij die ene beslissende demarrage aan het einde van een slopende wedstrijd zeker in de benen.

Schachmann was vooral een sterk tijdrijder die ook bergop al eens een straffe toer kon uithalen. Remco Evenepoel past ook in dat profiel. Het is moeilijk om precieze verwachtingen voorop te stellen voor Evenepoel in zijn eerste jaar als prof, maar hij kan enigszins gezien worden als de vervanger van Schachmann.

Met Gaviria vertrok er nog een grote naam, maar dat kan eenvoudig worden opgevangen. Viviani kan wat van zijn wedstrijden overnemen, Jakobsen lijkt klaar om zijn ontwikkeling verder te zetten en met Hodeg heeft Deceuninck-Quick.Step nog een snelle man achter de hand.