De vier voorgangers van Pogacar: wat zegt hun lot over het Sloveense fenomeen?
Foto: © photonews
Volg Wielerkrant nu via WhatsApp!
Sinds de hervorming van de wielerkalender was er nog geen enkele coureur in het moderne wielrennen die op zijn twintigste al een rittenkoers op zijn naam kon schrijven. Tot Tadej Pogacar vorige zondag de Ronde van de Algarve won. Het maakt het er niet simpel op om zijn toekomst te voorspellen.
We willen toch proberen een lijn te trekken, ook al koersten zijn voorgangers in heel andere - soms zelfs vooroorlogse - tijden. Met vier waren ze. De eerste die erin slaagde om op zo'n jonge leeftijd al een rittenkoers te winnen, was Henri Cornet. Hij was zelfs nog geen twintig toen hij zijn huzarenstukje opvoerde.
Het is nogal vanzelfsprekend dat Cornet als een groot renner mocht aanschouwd worden, want de eerste rittenkoers die hij won in 1904 was meteen de Ronde van Frankrijk. De Fransman was toen negentien en is de jongste Tourwinnaar ooit. Hij won nadien ook nog Parijs-Roubaix en eindigde nog eens achtste in de Tour van 1908.
Aangezien hij met gezondheidsproblemen kampte, was het voor Cornet vaak een kweste van kunnen afzien en diep gaan. Een kwaliteit waarover ook Pogacar al beschikt, zo bewees hij in de laatste rit in Algarve. In het geval van Cornet leidden de gezondheidsproblemen wel tot het einde van zijn carrière. Hij overleed op zijn 56ste na een operatie in het ziekenhuis.
OOK BELG WAS ER SNEL BIJ
Met Dieudonné Gauthy komen we bij een landgenoot die in 1913 op zijn twintigste de zesde etappe en het eindklassement won in de Ronde van België. Het was vooral dicht bij huis dat Gauthy succes boekte. Zes jaar later won hij nog eens twee etappes die deel uitmaakten van dezelfde wedstrijd.
Mathias Clemens was een Luxemburger die in 1935 op zijn negentiende al de Ronde van zijn eigen land won. Hij zou samen met Cornet de enige zijn die onder de grens van de twintig jaar kon duiken. Hij werd in de jaren hierna twee keer nationaal kampioen op de weg en één keer in het veld. Hij ging zich ook toeleggen op de Tour: Clemens won in '37 een Tourrit en werd een jaar later vijfde in het eindklassement.
VROEG SUCCES BELOOFT VOOR GROTE RONDEN
De Spanjaard Bernardo Ruiz won in 1945 de Ronde van Catalunya en bouwde hierop verder in grote ronden. Drie jaar later kroonde hij zich tot eindwinnaar van de Vuelta nadat hij in diezelfde wedstrijd ook drie ritten had gewonnen. In '51 won hij twee etappes in de Tour en in '52 haalde hij met een derde plaats in de eindstand het podium in Frankrijk.
Het is onmogelijk om tijden van toen en nu te vergelijken, maar het is wel duidelijk dat zo vraag al een rittenkoers winnen vaak een voorbode is van meer. Pogacar heeft nog een hele loopbaan voor zich en mag aanzien worden als een uitermate groot talent. Niet verschieten dus als de Sloveen in de loop van zijn carrière nog te zien is op podia van rittenkoersen en zelfs van grote ronden.
Schrijf je nu in voor de Wielerkrant nieuwsbrief