Ploegleider van Deceuninck-Quick.Step jammert: "Ze zagen ons liever verliezen"

"Eigenlijk kon je op drie kilometer van de finish al zien dat Van Schip zou standhouden", aldus ploegleider Klaas Lodewyck in HLN. "Even voordien waren vier teams vooraan in het peloton verschenen. Op dat moment bedroeg het verschil met de vroege vluchters nog slechts een twintigtal seconden. Perfect, denk je dan. Toch liepen ze in amper drie kilometer weer vijftien seconden verder weg. Een veeg teken."

Bij Deceuninck-Quick.Step waren ze op hun hoede, maar verweten ze vooral de andere teams iets. "We wisten dat we Van Schip geen ruimte mochten geven. Daarom namen we onze verantwoordelijkheid en besloten we bij het aanvatten van de lokale ronden al om het gat te verkleinen. Constant positioneerden we twee pionnen op kop van de groep. Ook op het einde namen we nog eens fors over."

Nauwelijks hulp

"Maar onze vraag naar steun in het peloton bleef grotendeels onbeantwoord. Enkel Vital Concept en de jongens van het nationale team bleken bereid om te helpen. Al de rest was blijkbaar niet geïnteresseerd in een massaspurt en een mogelijke ritzege. Liever zagen ze ons verliezen en zetten ze de boel vast. Tja, dan sta je natuurlijk machteloos", baalt Lodewyck. 

Voor de ploeg van Patrick Lefevere is er dus al één kans op ritwinst weg. "Als je niet koerst om te winnen, kán je ook niet winnen. Simpel. Wij hebben niets, maar zij ook niet. Fabio was veruit de snelste. Maar de spurt om plaats twee interesseerde hem niet echt meer. Ach, misschien moeten we in de tweede etappe ook maar eens zo'n passieve houding aannemen. En doen alsof onze neus bloedt."