Groenewegen legt uit waarom hij wellicht de beste sprinter is en ervaart vergelijking met Cavendish als compliment
Foto: © photonews
Volg Wielerkrant nu via WhatsApp!
Dylan Groenewegen heeft opnieuw mogen voelen wat het is om te winnen in de Ronde van Frankrijk. Zo verwonderlijk is dat niet, want de klasse druipt er vanaf bij de spurtbom van Jumbo-Visma. Waarom is Groenewegen nu juist zo goed? Niemand die het beter kan uitleggen dan hij zelf.
Daarom liet Gazet van Antwerpen Groenewegen aan het woord over zijn eigen kwaliteiten. Ten eerste is er zijn pure snelheid. Die doet denken aan de beste Cavendish. Dat vindt Groenewegen een mooie vergelijking. "Met Cav weet je nooit. Het kan goed zijn dat hij op een dag zijn sprintsnelheid terugvindt. Net als hij kan ook ik moeilijk met verlies omspringen. Voor een topspurter is een ideale spurt een gewonnen spurt."
Winnaarstype dus en tegelijkertijd ook stressbestendig. "Als je niet met stress kan omgaan, heb je niets in de massaspurt te zoeken. Ik leg mezelf druk op. Vorig jaar heb ik voor het eerst ervaren hoeveel druk erop stond. Ik had in 2017 de slotrit gewonnen. De eerste Tourweek lukte niets. Je moet vertrouwen op je snelheid en rustig blijven. Wie niet cool blijft, wint niet in de Tour, waar alles iets extremer is dan anders."
INDRUKWEKKENDE VAN AERT
Tenslotte is er ook nog de sterkte van de ploeg. De sprinttrein rendeerde ook bij de meest recente zege van Groenewegen, prima. Met Wout van Aert als aangename versterking. "En zeggen dat Wout dit nog maar voor het eerst doet. Indrukwekkend, maar ik moet ze allemaal opnoemen: ook Amund Jansen en mijn kamergenoot Teunissen."
Schrijf je nu in voor de Wielerkrant nieuwsbrief