Sanne Cant wil in de voetsporen van Wout Van Aert en Mathieu van der Poel treden

Cant staat vanavond met de nationale ploeg (met onder meer Loes Sels, Ellen Van Loy en Laura Verdonschot) aan de start van de BeNe Ladies Tour. De Kempense vindt het leuk dat de veldrijders het zo straf doen op de weg. "Nu ziet iedereen eens heel duidelijk dat crossers topatleten zijn, die je niet zomaar uit de wielen rijdt", valt te lezen in Het Nieuwsblad.

"Of Wout en Mathieu me verrast hebben? Ik wist dat ze allebei het potentieel hebben, maar ik dacht wel dat ze nog één tot twee jaar zouden nodig hebben om in het ritme te komen van de wedstrijden op de weg. Ze bewijzen zich dus veel sneller dan gedacht."

Moeilijker bij de vrouwen

De wereldkampioene veldrijden denkt niet dat het mogelijk is zich meteen te meten met een Brand of een Vos. "Op internationaal vlak zal dat veel moeilijker zijn. We hebben ook geen ploegen die zo’n internationaal wegprogramma rijden. We zouden dat dan enkel kunnen in de nationale kleuren, maar het Belgische team rijdt dan weer geen koers als de Ronde van Vlaanderen. Als de kans zou bestaan, zou ik maar wat graag de Ronde rijden."

Cant droomt dus al wat verder. "Ik ben geen klimmer, maar korte en krachtige inspanningen behoren zeker tot mijn mogelijkheden. Bovendien valt zo’n voorjaar op de weg ideaal voor mij, onmiddellijk na het cross­seizoen. Ik moet alleen de conditie van het veldrijden nog twee maanden langer zien vast te houden. Ik zal mij dus wel op een andere manier moeten voorbereiden, maar het kan."

"We hebben bij Corendon met Kristof De Kegel wat dat betreft trouwens een uitstekende begeleider. Als de mogelijkheid zich voordoet, heb ik dus echt wel de ambitie om de Ronde – en meer – te rijden. Dat is één van mijn dromen", besluit ze.