Opinie Alliantie over sportgrenzen heen kan wielrennen helpen in RSZ-dossier

Het besef is wel aanwezig in verschillende sporttakken, ook in het wielrennen, dat de huidige RSZ-reglementering niet overeind kan blijven, wegens maatschappelijk onaanvaardbaar. Dat atleten minder sociale bijdrage betalen dan pakweg een arbeider die minder verdient, houdt weinig steek.

Dat er naar een systeem gegaan moet worden waarbij de grootverdieners meer bijdragen, valt moeilijk te ontkennen. Tegelijkertijd is het oppassen voor het afzwakken van de kwaliteit bij de desbetreffende sporten, die toch ook voor een maatschappelijke waarde zorgen.

SITUATIE IN HET WIELRENNEN AL PRECAIR

Zeker in het wielrennen is de situatie sowieso al precair, met duidelijke nadelen ten opzichte van andere populaire sporten aangaande tv-gelden en dergelijke, dat een opdoffer van ineens ettelijke miljoenen euro's het voor bepaalde wielerteams wel erg moeilijk kan maken.

Dat er iets moet gebeuren, daar zullen nog weinig mensen uit de sportwereld van overtuigd moeten worden. Anderzijds is er de perceptie dat de politiek zelf weinig bijdraagt aan besparingsmaatregelen. Als dat beeld zou veranderen, zou er ook al een groter draagvlak gecreëerd worden in andere sectoren om een duit in het zakje te doen.

HOOGSTE LONEN IN ALLIANTIE NAAR DE KOERS

In elk geval is Belgian Cycling niet bij de pakken blijven zitten. Het heeft een alliantie gesloten met de federaties uit het basketbal en het volleybal én ploegen uit het amateurvoetbal om gezamenlijk hun belangen te verdedigen. De lonen liggen in het wielrennen wel nog een stukje hoger, maar al bij al blijven die verschillen nog relatief beperkt.

Het zou goed zijn moest deze alliantie zelf met een voorstel kunnen komen dat het evenwicht tussen de 'gewone' werkmens en deze sporters enigszins hersteld, zonder daarbij de toekomst van die sporten in het gevaar te brengen.

HET ALGEMEEN BELANG

Of de overheid daar oren naar heeft? Wel, de andere sporten van deze alliantie hebben een belangrijke maatschappelijke rol te vervullen door het feit dat ze per leeftijdscategorie ook heel wat jeugdploegen tellen en dus een omvangrijk aantal jongeren opleiden. De wielerbond kan zo toch vertrekken uit een onderhandelingspositie waarbij het het algemeen belang dient.