Analyse De Tour de France pakt uit met slechts 22 tijdritkilometers, maar dat is nog geen record
Foto: © photonews
Volg Wielerkrant nu via Instagram!
De tijdrijders zullen donderdagmiddag gevloekt hebben. In de Tour van 2023 zullen er slechts 22 tijdritkilometers zijn. Bitter weinig, maar het is geen record.
22 tijdritkilometers zijn er tussen Passy en Combloux. Het is dan ook nog eens een klimtijdrit. De tijdritspecialisten als Filippo Ganna, Rohan Dennis of Stefan Küng zullen ook wel stevig gevloekt hebben toen ze dat hoorden.
Die 22 km is trouwens geen record. In 2015 telde de Tour 13,8 km tegen de klok. Het was dan ook nog eens in de openingsrit. Rohan Dennis won toen in Utrecht de tijdrit. Daarna kregen de tijdrijders geen enkele kans meer om zich in hun discipline te tonen.
Daartussen moest er altijd tussen de 35 en 70 km tegen de klok gereden worden. Soms was dat gecombineerd met een ploegentijdrit. Het is toch een groot verschil met 2015 of 2023.
CHAUVINISME?
Het lijkt wel een trend. Als je nog verder terug de tijd ingaat, zie je dat de tijdritten nog langer waren. Vroeger zat er regelmatig een tijdrit van meer dan 50 km tussen of zelfs ruim daarboven. In 2000 bijvoorbeeld moest er zo'n 140 km tegen de klok gereden worden. Dat was meer dan de slotrit naar Parijs.
Daarvoor waren er zelfs tijdritten van meer dan 100 km. In 1947 was er 1 tijdrit, maar die was wel 139 km lang. Dat is nog altijd een record. De laatste jaren werden de tijdritkilometers dus alsmaar korter, maar 13,8 km of 22 km is wel heel kort.
ASO doet dat waarschijnlijk omdat de verschillen hoger oplopen in een tijdrit dan in een bergrit en mogelijk zit het Franse chauvinisme er ook iets voor tussen. Het is algemeen geweten dat Fransen zoals Romain Bardet of David Gaudu niet zo goed in die discipline zijn.
Schrijf je nu in voor de Wielerkrant nieuwsbrief