Opinie Avondcrossen in het veldrijden: Het mag voor een keer, maar het moet ook niet elke week
Foto: © photonews
Volg Wielerkrant nu via WhatsApp!
In minder dan een week tijd moesten de renners twee keer 's avonds een cross afwerken.
Diegem (en Woerden in Nederland) zijn normaal gezien de enige avondcrossen op de kalender. Dit seizoen kwam daar nog Mol bij, al was het uur van de start nog te doen met 17u30 bij de mannen. In Diegem begon de koers zelfs maar om 20u45, in 2019 was dat nog om 20u bij de mannen.
Dat was volgens de organisatie op vraag van rechtenhouder VRT, om de concurrentie met ‘Thuis’ te vermijden. Het publiek van Vlaanderens populairste soap en de cross lijken nu toch niet heel erg veel te overlappen. Het blijft toch vreemd.
Moet geen gewoonte worden
Het was in Diegem dan ook al de derde cross op rij en vrijdag staan de meesten alweer aan de start in Loenhout, waar er weer op het normale uur, rond 15u wordt gereden. De Grote Drie krijgen dan wel een voldoende grote compensatie (startgeld) om dat late startuur goed te maken, maar het mag wel een uitzondering blijven. Het zijn vooral die andere renners die er vooral het slachtoffer van zijn.
Voor het publiek dat naar de cross wil komen en de televisiekijker is het aangenamer als een cross tijdens de week een later startuur heeft. Maar net zoals onverharde stroken in het wegwielrennen is het goed voor een keer per seizoen, het moet nu niet de spuigaten gaan uitlopen. Of anders dreigen de Grote Drie misschien wel weg te blijven van zo'n koersen als het de gewoonte wordt. Want de cross blijft vooral een uitstapje voor hen.
Schrijf je nu in voor de Wielerkrant nieuwsbrief