Thomas De Gendt is zeer blij: "Dat ik dit nu pas meemaak en niet in begin van carrière"
Foto: © photonews
Volg Wielerkrant nu via WhatsApp!
Thomas De Gendt trekt nog altijd zijn ogen open over het peloton. Het is soms niet te begrijpen wat er allemaal gebeurt.
Thomas De Gendt slaagt er nog altijd in zijn waarden van vroeger te duwen, maar daarmee kom je zelfs niet in de buurt van de beste plekjes in het WorldTour-peloton, zo moet onze landgenoot tot zijn grote spijt én verbazing vaststellen.
“Het wordt alleen maar erger. Het is ongelooflijk wat de kopmannen kunnen tegenwoordig”, vertelt hij aan De Morgen. “We zitten met een generatie van supercoureurs die aan elkaar gewaagd zijn en achter wie een groot gat gaapt. Ik ben blij dat ik dit op het einde van mijn carrière meemaak en niet in het begin.”
Dat er zoveel talent in de nieuwe generatie zit is geen toeval. Het heeft volgens De Gendt vooral te maken met het feit dat de renners elkaar al in de jeugdreeksen bekampten. Op die manier maakten ze elkaar beter.
Soms zit je ook gewoon tegen je limiet aan. “Mijn beste jaren waren 2018 en 2019. Ik was heel goed in 2020, maar dat was het coronajaar. Vanaf dan ben ik geplafonneerd en ging het wat naar beneden, terwijl de anderen beter werden.”
Schrijf je nu in voor de Wielerkrant nieuwsbrief