Vader Adrie van der Poel roemt tactiek van ex-renner: "Zoek het maar uit dacht hij"
Foto: © photonews
Volg Wielerkrant nu via WhatsApp!
Het moderne wielrennen blijft maar evolueren. Ook spurters moeten zich aanpassen aan het koersen van vandaag.
Sprinters hebben het in de koers niet gemakkelijk, zeker niet in vergelijking met vroeger. Organisatoren maken alsmaar zwaardere parcoursen om het spektakel in de koers te vergroten, waardoor sprinters geen andere keuze hebben dan aanpassen.
Dat een sprinter als Jasper Philipsen erin slaagt om Milaan-Sanremo te winnen, dan is dat omdat hij ook aan andere zaken dan enkel zijn sprint werkt. Zo moest hij in La Primavera over de Cipressa en de Poggio geraken.
Een stelling die vader Adrie van der Poel alleen maar kan bevestigen. “In Milaan-Sanremo overleven van de spurters eigenlijk alleen nog Philipsen en Kooij”, vertelt hij in Het Nieuwsblad.
Ook in de Tour de France wordt dat meer dan duidelijk. “Daar overleeft Jasper makkelijker. Jakobsen en Groenewegen knokken wel eens met de tijdslimiet.”
In het verleden zag je bij de sprinters vaak nog andere toestanden. Zo koos Mario Cippolini voor een wel heel bijzondere werkwijze, maar de organisatoren konden daar eigenlijk niet echt mee lachen.
“Die reed de drie grote rondes, maar stapte telkens na tien ritten af. Zoek het maar uit in die bergen, dacht hij. Zo benut je wel je kwaliteiten natuurlijk”, sluit Van der Poel af.
Schrijf je nu in voor de Wielerkrant nieuwsbrief