Hoe motoren de koers vervalsen: Arnaud De Lie pakt uit met opvallende anekdote

Foto: © photonews
Volg Wielerkrant nu via WhatsApp!
Renners die bijna botsen op motoren in een afdaling of hen wegjagen omdat ze te dicht rijden, het gebeurt bijna in elke koers. Volgens Arnaud De Lie maken renners ook gebruik van die motoren om een ontspanning terug te halen.
De voorbije jaren zijn ontsnappingen in vlakke etappes in de Tour de France een zeldzaamheid geworden. Bijna elke ploeg heeft wel een sprinter in zijn rangen, ook al maakt die weinig kans om te winnen.
Volgens José De Cauwer spelen ook de motoren een rol in het feit dat renners niemand meer in de ontsnapping willen zitten. "Met twee man vooraan in het peloton controleren ze een vluchtgroep van zeven. Niet normaal, he", zegt hij bij Het Nieuwsblad.
De Lie onthult anekdote over Tour de Wallonie
De motoren rijden dan ook voor het peloton, maar achter de kopgroep, wat voor een stevig verschil zorgt. Volgens Arnaud De Lie maken renners dan ook gebruik van die motoren om de vluchters te controleren.
Zo moest de broer van De Lie in de Tour de Wallonie vaak de vlucht controleren zodat hij de rit kon winnen. "Hij zei: ‘Ik wacht gewoon tot de tv-uitzending begint en de motors komen. Dat is een cadeautje'."
In het zog van de motoren neemt het peloton na een klim zo'n tien kilometer per uur extra volgens De Lie en wordt er zo gemakkelijk 30 seconden dichtgereden op het peloton. "Dat is iets voor de UCI om naar te kijken. Er zou altijd minstens vijftig meter afstand moeten zijn."
Schrijf je nu in voor de Wielerkrant nieuwsbrief