"Ik ben meer dan één keer het Kuipke buitengewaggeld als een pinguïn. En dat is niet van zattigheid"

Pistes kunnen heel wat verschillen. Ook in Gent. "Het is een kleine piste van 166 meter. Dat is supertechnisch", vertelt Keisse. "Als je op de Blaarmeersen, zoals de meeste andere pistes 250 meter lang, aan 60 km/uur rijdt, kan je mooi je lijn houden en de bochten gebruiken. In het Kuipke is het helemaal anders."

"Dan voel je: hoe sneller je rijdt, hoe meer je naar boven dreigt te gaan. Je ziet dat vaak in de ploegkoers. Mannen die aflossen in de bocht en die naar omhoog worden gestuwd omdat ze de druk niet kunnen houden. Naarmate de Zesdaagse vordert, gaat het beter. Moet ook, want je verliest veel energie en rijdt je kapot. Maar het is ook een voordeel voor wie dit goed kan: als je wat minder bent, kan je dat verdoezelen."

Als een pinguïn

Het Kuipke heeft ook een opklapbaar gedeelte. "Als je daar veel over hebt gereden, voel je dat hoor", vervolgt Keisse in HNB. "Ik bespaar je de details, maar ik ben meer dan één keer het Kuipke buitengewaggeld als een pinguïn. En dat is niet van zattigheid. Die zadelpijn is verschrikkelijk."