"De zwakkeren moeten er altijd uit" - De koers is lang geen goudmijn, ook Lefevere en Bakelants doen hun zegje

Er moet wel één en ander genuanceerd worden. Zoals in wel meerdere sporten, verdienen de toppers wel goed. Zestig procent van de renners geeft dan ook aan tevreden te zijn met zijn loon. Op het procontinentale en vooral het continentale niveau is het echter een heel ander verhaal en is het vaak 'krabben' om rond te komen.

VEEL ONZEKERHEID

Sporta-secretaris Stijn Boeykens haalt in GvA de mogelijke redenen aan. "De belangrijkste oorzaak? De sponsors, die zich vaak slechts voor een korte termijn engageren. De ploegen moeten zeker zijn dat het geld blijft binnenstromen, want anders moeten zij opdraaien voor de lonen. Dat brengt voor de renners natuurlijk heel wat onzekerheid met zich mee."

José De Cauwer vindt zulk systeem nochtans niet vreemd. "Je zit in de topsport, hé. In het voetbal kan je in pakweg eerste provinciale wat geld gaan verdienen, maar in de koers is het alles of niets. Wie goed genoeg is, wordt opgevist. Je kan het allemaal onrechtvaardig vinden, maar in de koers geldt de wet van de jungle: de zwakkeren moeten er altijd uit."

PREHISTORISCHE SPORT

Ook Lefevere en Bakelants halen de korte termijn van de contracten aan. "Veel ploegen kunnen niet langer kijken dan een duur van twee jaar", bevestigt Lefevere. "Hoeveel jong talent ik naar de profs heb gebracht. Als ik die had kunnen verkopen, zoals in het voetbal... We zijn een prehistorische sport. We zouden eigenlijk priester Daens moeten terughalen om één en ander recht te zetten.

Dat is ook waar Jan Bakelants zich aan stoort. "De ploegen moeten zelf koersen gaan organiseren. Enkel op die manier zal er meer geld binnenkomen en zullen de lonen automatisch stijgen. Maar er zijn teveel behoudsgezinde personen in het wielrennen. Op korte termijn zal er niet veel veranderen."