Bondscoach Sven Vanthourenhout niet akkoord met pessimistische theorie rond WK voor Van der Poel en Van Aert
Foto: © photonews
Volg Wielerkrant nu via Instagram!
Op het WK in Glasgow gingen Mathieu van der Poel en Wout van Aert met mekaar de strijd aan, uiteindelijk beslecht in het voordeel van die eerste. Zullen ze op het WK in Zürich ook wel tot de kanshebbers behoren?
Ook dit jaar staat het WK wegwielrennen opnieuw in het rood aangekruist in de agenda's van Mathieu van der Poel en Wout van Aert. Maar is dat wel terecht? Het voorbije weekend hebben we kunnen vaststellen dat Luik-Bastenaken-Luik eigenlijk te zwaar is voor een Van der Poel. Toch om te winnen of om bergop te kunnen volgen.
In Het Nieuwsblad wordt de vraag gesteld of het WK in Zürich dan ook niet boven de mogelijkheden van Van der Poel en Van Aert ligt. Belgisch Bondscoach Sven Vanthourenhout spreekt dat tegen. Hij erkent dat de afstand en hoogtemeters vergelijkbaar zijn met Luik-Bastenaken-Luik, maar een WK is volgens hem nog altijd anders.
VANTHOURENHOUT GAAT NIET AKKOORD
Ten eerste haalt hij het gegeven van de lokale ronden aan en het feit dat op een lokaal circuit altijd anders gekoerst wordt. Vanthourenhout haalt zich ook het WK van 2020 in Imola voor de geest. Daar zag hij plots renners lossen die twee weken voordien nog een sterk klassement hadden neergezet in een grote ronde.
Vanthourenhout stipt dus aan dat er renners zijn die goed uit een grote ronde komen, maar er ook zijn die zo'n wedstrijd juist slecht verteren. Bovendien wordt een WK volgens hem anders ingedeeld en is dat dus een wedstrijd die met geen enkele andere wedstrijd te vergelijken valt. Ook als het parcours gelijkaardig is.
VAN AERT EN VAN DER POEL MOGEN HOPEN
Zijn theorie moet zowel Wout van Aert als Mathieu van der Poel dus enige moed geven. Afspraak in september om te zien of de bondscoach gelijk heeft.
Schrijf je nu in voor de Wielerkrant nieuwsbrief