Giro d'Italia Parcours 2023

Giro d'Italia Parcours {SEASON}

In de Ronde van Italië van 2023 leggen de renners 3489,2 kilometer af over drie weken. Elke etappe heeft uiteraard zijn eigen parcours, zijn eigen eigenheid, zijn eigen uitdagingen. Daarom hebben we hieronder beschreven welke Girorit welk parcours voorschotelt aan de renners. Wielerkrant houdt u op de hoogte van alles rond de Giro d'Italia 2023.

Rit 1: Fossacesia Marina - Ortona 

De Giro begint met een individuele tijdrit van 19,6 kilometer. Het grootste deel van de tijdrit is volledig vlak, maar het venijn zit in de staart. Van aan het tweede tussenpunt in Porto di Ortona loopt het 1,2 kilometer bergop. De laatste 1,6 kilometer loopt dan weer over golvende wegen. Het laatste oplopende stuk wordt beschouwd als een klimmetje van vierde categorie.

Rit 2: Teramo - San Salvo

Na het vertrek van de eerste rit in lijn in Teramo, krijgen de renners een golvende eerste 40 kilometer voor de wielen. Na de afdaling volgen dan weer 45 vlakke kilometers, voor de twee schuchtere uitdagingen van de dag eraan komen voor zij die moeilijk klimmen. Dat zijn twee klimmetjes van vierde categorie. De top van het tweede klimmetje ligt op meer dan 70 kilometer van de aankomst. Nadien gaat het soms ook nog op en af, maar niets wat de sprinters niet moeten aankunnen. Na 201 kilometer wordt er wellicht gespurt in San Salvo.

Rit 3: Vasto - Melfi

Een eerste van vier 'overgangsetappes', zoals die in deze Giro omschreven worden. Van aan de start in Vasto neemt het parcours geleidelijk aan een stijgende lijn aan, tot het echt omhoog gaat op een klimmetje van derde en vierde categorie. Nadien volgt ook nog wel een afdaling en dus ook een mogelijkheid om nog een achterstand goed te maken. Tot wat dit alles leidt, moet na 216 kilometer blijken in Melfi.

Rit 4: Venosa - Lago Laceno

We doen er meteen nog een overgangsrit bij, eentje dat het steilere werk betreft. Van in startplaats Venosa gaat het veertig kilometer op en af, tot de beklimming naar Passo delle Crocelle eraan komt. Een klim van tweede categorie. Nadien moeten nog twee beklimmingen met dezelfde moeilijkheidsgraad overwonnen worden. Dat zijn de Valico di Monte Carruozzo en de Colle Molella. Wie er op de top van de Colle Molella nog bij is vooraan, maakt een goede kans op de ritzege. Nadien moeten nog slechts 3 vlakke kilometers gereden worden, wat het totaal van de dag op 175 kilometer brengt.

Rit 5: Atripalda - Salerno

Dit valt dan weer in de categorie van de heuvelachtige ritten. In een lastig eerste deel van de rit staat de klim van de Passo Serra al snel op het programma: de top van deze klim van derde categorie ligt na 11,6 kilometer. Een heel stuk verderop ligt met Oliveto Citra nog een klim van derde categorie. Het moeilijkste is dan achter de rug, want de laatste vijftig kilometer verloopt vooral in dalende of vlakke lijn. Tussen Atripalda en Salerno moeten de renners 171 kilometer overbruggen. 

Rit 6: Napoli - Napoli

Ook de etappe van en naar Napels is een heuvelachtige rit, onder meer omdat het na veertig kilometer omhoog gaat op de Valico di Chiunzi. Dat is een beklimming van tweede categorie. Later volgt ook nog een klim van derde categorie met Picco Sant'Angelo. Daarnaast blijft het ook voortdurend op en af gaan, tot de laatste 22 kilometer aanbreken. Die verlopen vooral in licht dalende lijn. Totale afstand van de etappe is 162 kilometer.

Rit 7: Capua - Gran Sasso d'Italia

De eerste bergrit wordt aangevat op een vrij laag punt, in Capua. Er wordt al gestaag geklommen vooraleer er vlak na de eerste tussensprint de eerste officiële berg van de dag ligt. Dat is de Roccaraso, een klim van tweede categorie. Calasco en Gran Sasso d'Italia zorgen voor een zware finale met twee beklimmingen van eerste categorie. De aankomst ligt na 218 kilometer boven op de top. Daar kunnen de klassementsmannen met ambitie zich niet meer wegsteken.

Rit 8: Terni - Fossombrone

Na het eerste echte klimwerk is het opnieuw tijd voor een overgang en die begint in Terni. Na een steil stuk in de eerste kilometers loopt het op en af over glooiende wegen, maar in de laatste vijftig kilometer volgen nog drie gecategoriseerde klimmetjes. Het zijn er twee van vierde categorie en één van tweede categorie. Op de top van de laatste helling, is het minder dan 6 kilometer tot aan de finish. Die ligt na 207 kilometer in Fossombrone.

Rit 9: Savignone sul Rubicone - Cesena

De tijdritfiets kan opnieuw van stal gehaald worden, deze keer voor een lange en vlakke tijdrit van 35 kilometer. Een gouden mogelijkheid voor Remco Evenepoel om tijd te pakken op zijn belangrijkste concurrentie. Onderweg liggen drie tussenpunten.

Rit 10: Scandiano - Viareggio

Na de eerste rustdag volgt opnieuw heuvelachtig werk, met een rit die in twee delen kan opgedeeld worden. Van aan de start in Scandiano loopt het in verschillende fases bergop, met als toppunt een klim van tweede categorie. Nadien begint het tweede deel van de rit, dat vooral dalend is. Met als uitzondering een klimmetje van vierde categorie op 75 kilometer van de finish, die na een totale afstand van 196 kilometer ligt, in Viareggio.

Rit 11: Camaiore - Tortona

Een heuvelachtige etappe van 219 kilometer kent een vlakke aanloop. Daarna volgen twee klimmetjes van derde categorie en een klim van vierde categorie. De laatste tien kilometer zijn dalend. Ondanks de hellingen zijn er mogelijk ook snelle mannen die in aanmerking komen voor ritwinst.

Rit 12: Bra - Rivoli

In deze overgangsrit met start in Bra loopt het in trappen omhoog naar Pedaggera (3e categorie). Na de vallei volgt er een lang vrij vlak stuk, in de aanloop naar de beklimming van de Colle Braida (2e categorie). Op de top is het nog iets meer dan 25 kilometer tot aan de aankomst en kan in de afdaling nog terrein goedgemaakt worden. De finish ligt na 179 kilometer in Rivoli.

Rit 13: Borgofranco d'Ivrea - Crans Montana

Het échte klimwerk dan maar, met een rit die qua moeilijkheidsgraad de volle vijf sterren krijgt. Dan weet je het wel. Dat heeft onder meer te maken met de Col du Grand Saint-Bernard, een col buiten categorie. Dat is andere koek dan nog de relatief geleidelijke aanloop van de etappe. Nadien volgen nog twee beklimmingen van eerste categorie: Croix de Coeur en de klim naar aankomstplaats Crans Montana. Bij de aankomst op de top zullen de renners er 207 kilometer op hebben zitten van aan het vertrek in Borgofranco d'Ivrea.

Rit 14: Sierre - Cassano Magnano

Een belangrijke dag breekt opnieuw aan voor de klimmers, maar vooral voor diegenen die zinspelen op een ritzege. Wie in de vroege vlucht wil kruipen, is na 35 kilometer best bij de les. Dan begint het klauterwerk op de Passo del Sempione. Aangezien dit de enige klim van de dag is, is de kans groot dat de ontsnapping draagt tot aan de aankomst. Die ligt na 193 kilometer in Cassano Magnano.

Rit 15: Seregno - Bergamo

Het zijn zware dagen in deze fase van de Giro. De etappe van Seregno naar Bergamo, een rit van 195 kilometer, is geen uitzondering. Al is het de vraag of er onder de klassementsmannen grote verschillen gemaakt gaan worden, want de moeilijkste uitdaging ligt al vroeg in de rit. Dat is de Valico di Valcava (1e categorie). Nadien volgen enkel nog beklimmingen van tweede categorie, met Selvino, Miragolo San Salvatore en Valpiana. Op de top van die laatste klim is het nog iets minder dan 30 kilometer tot de finish.

Rit 16: Sabbio Chiese - Monte Bondone

Na de tweede en laatste rustdag vliegen ze er weer stevig in tijdens een bergrit van Sabbio Chiese naar Monte Bondone. Nagenoeg de eerste zestig kilometers zijn vlak, maar nadien wordt het superzwaar. De Passo Santa Barbara (1e categorie) wordt gevolgd door de Passo Bordala (2e categorie). Hierna volgen nog twee klimmetjes van derde categorie, het middenstuk van de rit is dus wel doenbaar. Aan het eind volgt nog een slotklim van eerste categorie. Na 203 kilometer ligt de aankomst boven.

Rit 17: Pergine Valsugana - Caorle

Tussen al deze ritten die moeten beslissen over het algemeen klassement, steekt de organisatie ook nog een vlakke rit van Pergine Valsugana naar Caorle. Het is te zeggen: het eerste deel van de rit is zelfs dalend, het tweede deel volledig vlak. Dé vraag in deze rit: draagt de vroege vlucht tot het einde of zijn er toch nog voldoende sprintersploegen om te controleren zodat er gespurt wordt na 195 kilometer?

Rit 18: Oderzo - Zoldo Alto

De voorlaatste bergrit in de Giro vertrekt in Oderzo en doet in de eerste zeventig kilometer een klim van eerste en vierde categorie aan. Het zwaartepunt ligt wellicht op de Forcella Cibiana, de tweede klim van eerste categorie van de dag. Nadien zijn er nog twee beklimmingen van tweede categorie, onder meer die naar Zoldo Alto. De naam verhult al dat het wel om een aankomst bergop gaat na 161 kilometer.

Rit 19: Longarone - Tre Cime di Lavaredo

Diegenen die op hun tandvlees zitten maar toch absoluut de Giro willen uitrijden, krijgen een laatste loodzware test. Voor de klimmers is dit dan weer een kans om de Giro alsnog op zijn kop te zetten. Twee beklimmingen van tweede categorie, drie beklimmingen van eerste categorie: die moeten ze nog over klauteren. De aankomst ligt boven op de slotklim. Tussen Longarone en Tre Cime di Lavaredo leggen de renners 183 kilometer af.

Rit 20: Tarvisio - Monte Lussari

Het gebergte is in de ritten in lijn dan wel achter de rug, maar toch volgt er nog één klim. Namelijk de klim naar Monte Lussari in de individuele tijdrit van 18,6 kilometer die over de eindwinst in de Giro gaat beslissen. Bij het enige tussenpunt moet de klim nog echt beginnen. Moest Remco Evenepoel met een beperkte achterstand aan de tijdrit beginnen, ligt hier dus nog een kans om een gooi te doen naar de roze trui. Dit is een tijdrit van 18,6 kilometer.

Rit 21: Rome - Rome

De Giro eindigt op 28 mei met een rit van en naar Rome, waarin nog een afstand van 135 kilometer afgelegd zal worden. In die lokale ronden gaat het af en toe op en af, maar wellicht eindigt het toch op een traditionele massasprint. 

 Stand
1. Remco Evenepoel 34:33:42
1. Primoz Roglic 85:29:02
2. Geraint Thomas +0:14
3. Joao Almeida +1:15
4. Tao Geoghegan Hart +0:50
4. Damiano Caruso +4:40
5. Thibaut Pinot +5:43
6. Thymen Arensman +6:05
7. Edward Dunbar +7:30
7. Aleksandr Vlasov +1:48