Opinie Invoering WK-limiet zou kwaliteit op tijdritkampioenschap goed doen

Op zich is er niets op tegen dat naties die niet bepaald bekend staan als wielerlanden op een WK wel hun renners in de verf kunnen zetten. Die hoeven daarom bij de start niet allemaal het gevoel te hebben te gaan winnen, maar een zekere competiviteit zou toch wel vereist mogen zijn. Tenslotte is het WK ook op sportief vlak de hoogmis van het wielrennen.

Yves Lampaert liet het na zijn valpartij in het WK tijdrijden allemaal wat op zijn beloop en kwam op zijn dooie gemak over de streep. Wie qua tijd dan nog echt minuten slechter doet, moet zich toch de vraag stellen of hij wel zijn plaats heeft op een WK.

BIJNA HALFUUR TUSSEN EERSTE EN LAATSTE

Lampaert eindigde 48ste en hield zo nog nemen man achter zich. Renners uit IJsland (1), Syrië (3), Roemenië (1), Paraguay (1), Koeweit (2), Namibië (1) en Ghana (1). De laatste twee deden er bijna een halfuur langer over om de tijdrit af te werken dan Rohan Dennis en waren ongeveer tien minuten trager dan de renners die vlak voor hen stonden in de einduitslag.

Nazir Jaser uit Syrië kwam binnen op een gewone fiets, een min of meer valabel excuus. Dat de Ghanees Chrystopher Simonds blij zal zijn dat hij op zijn 45ste nog op het WK stond, daarvoor kunnen we gerust sympathie opbrengen. Maar ergens moet de sportieve kwaliteit van 's werelds grootste wedstrijd toch voorop gesteld worden.

BEPAALD GEMIDDELDE HALEN

Het zou daarom niet slecht zijn om in het tijdrijden een WK-limiet in te stellen, vergelijkbaar met de atletiek. Dat tijdrijders bijvoorbeeld een bepaald gemiddelde moeten halen in een tijdrit in de loop van het jaar om ook  op het WK de tijdrit te mogen betwisten. Zo kan er alleszins een soort ondergrens ingevoerd worden, waaraan een WK-ganger toch moet kunnen voldoen.