Het parcours van de Vuelta zal weer deels mee bepalen welke klassementsmannen een wedstrijd op hun maat krijgen en wie zich op bepaalde vlakken moet overstijgen. Het parcours in de Ronde van Spanje voorziet dit jaar één ploegentijdrit, één klimtijdrit, vier vlakke ritten, acht heuvelachtige ritten en zeven bergritten. Wielerkrant houdt u op de hoogte over welke renners op dit parcours in de Vuelta het best uit de verf komen.

De af te leggen route in de Vuelta heeft een totale afstand van 3153,8 kilometer. Met om te beginnen een ploegentijdrit in Barcelona van 14,6 kilometer en aan het eind een slotrit van 101 kilometer naar Madrid. Er zijn ook uitstapjes naar Andorra – met aankomst in etappe 3 en vertrek in etappe 4 – en naar Frankrijk, met vooral de aankomst op de Tourmalet in etappe 13 die tot de verbeelding spreekt.

Parcours per rit

Rit 1: Barcelona – Barcelona: een technische ploegentijdrit van 14,6 kilometer waarin de verschillen beperkt zullen blijven.

Rit 2: Mataro – Barcelona: een heuvelachtige rit van 181,3 kilometer, al kunnen de ploegen ook hun sprinters in stelling brengen die over de klim van tweede en derde categorie geraken.

Rit 3: Suria – Arinsal: een bergrit van 158,5 kilometer, de slotklim in Andorra kan al voor een verschl tussen de klassementsmannen zorgen.

Rit 4: Andorra la Vella – Taragona: een heuvelachtige rit van 183,4 kilometer door twee beklimmingen van derde categorie, maar de sprinters maken ook een aanzienlijke kans.

Rit 5: Morella – Burriana: een heuvelachtige rit van 185,7 kilometer, maar omdat de klim van tweede categorie ver van de finish ligt, kan het toch een sprint worden.

Rit 6: La Vall d’Uixo – Sierra de Javalambre: een bergrit van 181,3 kilometer, vooral de laatste stukken op de slotklim zijn zwaar.

Rit 7: Utiel – Oliva: een vlakke rit van 188,8 kilometer, met naar verwachting een massasprint aan de aankomst.

Rit 8: Denia – Xoret de Cati: een bergrit van 164,8 kilometer, maar boven op de slotklim wacht de koploper nog vier spannende kilometers.

Rit 9: Cartagena – Caravaca de la Cruz: een heuvelachtige rit van 180,9 kilometer waarin slechts een beperkt groepje renners zal overblijven na de tweede en laatste klim van de dag.

Rit 10: Valladolid – Valladolid: na de eerste rustdag wacht een individuele tijdrit van 25 kilometer en dus een superbelangrijike dag voor Remco Evenepoel.

Rit 11: Lerma – Vineusa: een heuvelachtige rit van 163,2 kilometer, met een goede kans op slagen voor de ontsnapping.

Rit 12: Olvega – Zaragoza: een vlakke rit van 165,4 kilometer, met afhankelijk van hoe de wind staat een kans op waaiers.

Rit 13: Formigal – Col du Tourmalet: een bergrit van 134,7 kilometer. Cruciale dag voor de klassementsmannen, met een gevecht op de legendarische Tourmalet.

Rit 14: Sauveterre-de-Béam – Larra-Belagua: een bergrit van 161,7 kilometer, met de vermoeidheid van de vorige dag nog in de benen een kans voor de ontsnapping.

Rit 15: Pamplona – Lekunberri: een heuvelachtige rit van 156,5 kilometer, opnieuw een prima mogelijkheid voor de aanvallers.

Rit 16: Liencres Playa – Bejes: een heuvelachtige rit van 119,7 kilometer met wellicht een spectaculaire finale.

Rit 17: Ribadesella – Alto de El Angliru: een bergrit van 122,6 kilometer, kandidaten voor de eindzege moeten het zien waar te maken op de Angliru.

Rit 18: Pola de Allande – La Cruz de Linares: een bergrit van 178,9 kilometer. Een nieuwe bergpas doet zijn intrede in de Vuelta.

Rit 19: La Bañeza – Iscar: een vlakke rit van 177,4 kilometer, met enkel de wind die de sprintersploegen wat in de weg kan leggen.

Rit 20: Manzanares el Real – Guadarrama: een heuvelachtige rit van 208,4 kilometer waarin het constant op en af gaat en er amper tijd is om te recupereren.

Rit 21: Hipodromo de la Zarzuela – Madrid: een vlakke rit van 101 kilometer met na de verwachte sprint de podiumceremonie om de eindwinnaar te bekronen.